Don Quichot, Léon Minkus

De eerste opvoering van Don Quichot in het Bolsjoj Theater in Moskou 1869 was een bijzondere samenwerking tussen Ludwig Minkus, de officiële componist van de balletmuziek voor de Imperial Theaters in Sint Petersburg, en Marius Petipa, die in deze theaters de grootmeester van het ballet was.

De Weense Staatsopera heeft een speciale relatie met dit ballet. Het was namelijk niemand minder dan de onnavolgbare Rudolf Noerejev die het, met een geheel eigen interpretatie van Pepita’s origineel, in 1966 naar de Oostenrijkse hoofdstad bracht. Deze uitbundige versie is ook de opvoering waarvan het publiek vandaag de dag kan genieten.

Noerejevs artistieke ontwikkeling is onlosmakelijk verbonden met zijn rol in dit ballet. Door zijn vertolking van Basilio kon hij naar het Westen overlopen, waar hij Don Quichot meermaals opvoerde, met verschillende balletgezelschappen van overal ter wereld. Noerejev greep de kans om zijn talent voor komedie te ontplooien met beide handen aan; zijn choreografie bevat dan ook veel humor, die vooral voorkomt uit Don Quichots onvermogen om illusie en werkelijkheid van elkaar te onderscheiden.

Centraal in de vertelling staan Kitri’s pogingen om te ontsnappen aan haar verloving met Gamache, zodat ze met Basilio, haar ware liefde, kan trouwen. Quichot, volledig in beslag genomen door zijn eigen fantasieën, komt tussenbeide. Aan het eind van het verhaal, nadat Quichot hem heeft uitgedaagd voor een duel, trekt Gamache zich terug. Quichot droomt over enorme spinnen, ziet windmolens voor reuzen aan en verwart Kitri met zijn beminde Dulcinea.
Noerejevs uitvoering, een mengeling van commedia dell’arte en klassiek ballet, is een feest voor het publiek en een van de meest populaire balletten in het hedendaagse repertoire.

Biljetten bestellen :

A. u. b. gaat u voor uw biljetreservering naar de Speelplan en kiest u uw wensdatum.




Uw bestelling
Geen reservering gevonden.
Snelle zoekfunctie