Het achtergrondverhaal hoe Engelbert Humperdinck ertoe kwam om Hans en Grietje tot opera te bewerken is bijna even mooi als het sprookje zelf. Zijn zus Adelheid Wette had Humperdinck gevraagd vier songteksten die ze (op basis van het sprookje van de gebroeders Grimm) had gemaakt van muziek te voorzien, zodat haar kinderen ernaar konden luisteren. Beiden waren zo content met het resultaat dat het idee ontstond er een volledige opera van te maken.
Op 23 december 1893, net voor kerstmis, beleefde Hans en Grietje, met de jonge Richard Strauss als dirigent, zijn première in het Hoftheater (nu beter bekend als het Deutsches Nationaltheater) te Weimar. De opera was vanaf het begin een groot succes en werd in de loop der decennia regelmatig opnieuw opgevoerd, vrijwel altijd in de periode voor kerst.
Humperdinck en Wettes versie van Hans en Grietje is wat zachtmoediger dan het originele sprookje. Hans en Grietje worden door hun moeder het huis uitgejaagd omdat ze hun huishoudelijke klusjes niet hebben gedaan. Ze rennen het bos in, gaan aardbeien plukken, maar vallen in slaap en worden wakker in een huis gemaakt van allerlei zoetigheden en lekkernijen. De bewoonster blijkt echter een boze heks die kinderen haar huis in lokt om peperkoek van ze te bakken. Met een slimme list weten Hans en Grietje gelukkig te ontsnappen en de andere kinderen uit de keukenkastjes te bevrijden.
Met Wettes libretto verschijnen enkele nieuwe boswezens in het verhaal, waaronder engelen, een zandmannetje en een dauwfee. Vanaf de eerste kennismaking met deze sympathieke personages vermoedt het publiek dat zij Hans en Grietje zullen beschermen en dat het voor de oude toverkol niet goed zal aflopen.
Humperdinck maakte als jonge componist een wel heel bijzondere leertijd mee toen hij Richard Wagner in Bayreuth assisteerde bij Parzival, de laatste opera van de grote meester. In zijn gebruik van melodie, harmonie en leidmotief is hij duidelijk beïnvloed door zijn beroemde landgenoot, en zo nu en dan klinkt het alsof Wagner zelf Hans en Grietje heeft geschreven.
Het is nu de beurt aan de Weense Volksopera om jong en oud te laten genieten van dit prachtige, betoverende werk.