Le nozze di Figaro (Figaro’s Bruiloft) door Wolfgang Amadeus Mozart is een operaklassieker. Op het eerste zicht lijkt het werk misschien een ietwat gemakkelijke komedie lijkt te zijn. Schijn bedriegt echter, want diep vanbinnen is het een van de meest complete commentaren op de menselijke staat die ooit op een podium gebracht is.
La Folle Journée, ou le mariage de Figaro (De Gekke Dag, of Figaro’s Bruiloft), het toneelstuk van Pierre-Augustin Caron de Beaumarchais uit 1784 dat aan de voorstelling ten grondslag lag, had in het pre-revolutionaire tijdperk in Parijs de sociale gebruiken aardig opgeschrikt. Dit door te suggereren dat dienaars zowel over het verstand als de boosaardigheid beschikten om hun meesters te slim af te zijn. Om meer controverse te vermijden, aan het eind van de dag was Joseph II, De Heilige Romeinse Keizer nog steeds de baas, perkte Mozarts librettist Lorenzo Da Ponte de politieke ondertoon van het stuk in, maar behield de pathos en humor ervan.
Figaro en Susanna gaan trouwen. Maar Graaf Almavia heeft zo zijn eigen plannen met de meid van zijn vrouw. Want ondanks eerder het tegenovergestelde beweerd te hebben, heeft de Graaf geen zin om afstand te doen van zijn recht. Als heer van het landhuis beslist hij immers zelf wie hij in zijn huis houdt, zo ook zijn dienaars tijdens de huwelijksnacht. En zo begint een reeks van brutale gebeurtenissen -hij verbergt zich in opbergkasten, stuurt valse liefdesbrieven en doet haar vreselijke dingen aan- met als enig doel om Almaviva te vernederen. Dit alles stemt de andere personages echter ook ontevreden.
Vanaf de eerste noten van de ouverture weerklinken, die de komende razernij al voorspellen, tot aan het eind van de laatste aria die het meest tedere moment uit de opera is, verspilt Mozart geen enkele noot. Toch ambieert hij ook de pure komedie niet. Figaro’s Bruiloft heeft dan ook de kracht om ons zowel te doen lachen als huilen en het zijn zij die in hun liefde verliezen aan het eind die door Mozart ook de beste muziek toebedeeld krijgen. Zo is er de Gravin die beklaagt wat er van haar eigen huwelijk geworden is in “Dove sono i bei momenti” en de Graaf smeekt zijn vrouw om hem te vergeven met “Contessa perdono”, wat twee van de beste nummers zijn.
De première van Figaro’s Bruiloft vond plaats op 1 mei 1786 in het Burgtheater in Wenen. Het is bijzonder gek te eten dat de initiële productie van de voorstelling maar één avond speelde. Dit had echter niets te maken met tekortkomingen van Mozart, maar omdat de supporters van de rivalen van de componist de voorstelling met opzet kwamen verstoren met boe-geroep en gefluit. Ondertussen zijn de dingen veranderd. Meer dan tweehonderd jaar later is Figaro’s Bruiloft een van de meest gebrachte werken uit het operarepertoire en is het zeker dat de voorstelling warm onthaald zal worden bij haar terugkeer naar de Volksopera in Wenen.